Mantrailing Overijssel biedt de mogelijkheid tot het behalen van certificaten die blijk geven van een bepaald niveau van toepasbare vaardigheden en enige theoretische kennis. Elk level voegt complexiteit toe voor het team van hond & handler en biedt hen vanaf het begin een breed scala aan interessante & nuttige vaardigheden om te beheersen.
Door het zeer geleidelijk en in realistische stappen opvoeren van de moeilijkheidsgraad voor zowel hond als handler, moedigen we goed, hond-vriendelijk trainen in doordachte stappen aan én geven we de teams de mogelijkheid de opgedane kennis & vaardigheden te bekrachtigen met het behalen van een level.
In elk level neemt de complexiteit toe op de volgende 4 gebieden:
1. Trail-vaardigheden en theoretische kennis
2. Ondergrond, gebied
3. Ligtijd van de trail
4. Afleidingen
Trainen en testen
Het test programma van Mantrailing Overijssel is op dezelfde manier opgezet als onze trainingen; hond & handler vriendelijk. We beginnen met het bouwen van een fundament van basiskennis & vaardigheden en verhogen dan langzaam de verwachtingen, bijvoorbeeld door het verlengen van de ligtijd van de trail, het veranderen van ondergronden en het combineren van de te gebruiken vaardigheden & kennis. We doen soms ook een stapje terug op het ene vlak als we een grote stap vooruit doen op een ander vlak.
Trainen en testen zijn twee heel verschillende activiteiten en we vinden het belangrijk dat een team eerst traint; in kleine stapjes de verschillende onderdelen van een trail juist aanleert. Deelnemen aan onze sport level test doet een team pas als het daar echt klaar voor denkt te zijn en, na zorgvuldig trainen, een proef test heeft gelopen. Tijdens het uitvoeren van deze proef test, ontdekt een team waar de hiaten in de training zitten en waar nog aan gewerkt moet worden.
Deelnemers van buiten Mantrailing Overijssel
Je hoeft geen student te zijn van Mantrailing Overijssel om deel te nemen aan een test. We kunnen je wel aanraden een proeftest te doen of om trainingen bij Mantrailing Overijssel te volgen voordat je je inschrijft voor een test zodat je je een beeld kunt vormen van wat je tijdens een level test kunt verwachten.
De sport level tests van Mantrailing Overijssel kunnen gebruikt worden als voorbereiding op de tests die sommige SAR-groepen uitvoeren.
MTO Mantrailing Dog Sport Level 1 – Foundations
Doel
Het testen van basiskennis & vaardigheden van zowel hond als handler op natuurlijke ondergrond.
Omschrijving
Een track/ trail van 1 uur oud kunnen vervolgen vanaf een aangegeven startpunt op een relatief ongecontamineerde, natuurlijke ondergrond.
Setup trail
- Groene ondergrond, natuurbodem, relatief ongecontamineerd. Onbekend terrein voor de handler en de hond zodat niet op aannames wordt gewerkt. Het gebied is groot genoeg zodat de “find” zo min mogelijk op toeval berust.
- Afstand ongeveer 650 meter.
- Een uur oud.
- Minimaal 2 hoeken.
- Klein obstakel zoals een smal pad.
- De trail loopt niet over of langs bestaande structuren zoals paden.
- Onbekende trail loper voor de hond zodat deze geen belonings-geschiedenis heeft met de trail loper.
- De trail loper loopt de trail ten tijde van de start zoveel mogelijk met de wind in de rug en zoekt een verstop plaats uit het zicht op het eind. De verstop plaats ligt zodanig dat de hond zo min mogelijk vroegtijdig in "airscent" komt.
- De test wordt dubbel-blind uitgevoerd; zowel de handler als de examinator hebben geen kennis van de uitgezette trail.
- De examinator volgt het team op een afstand van minimaal 5 meter.
- De oefening begint zodra de hond uit de auto komt en eindigt wanneer de hond terug in de auto is geplaatst.
Criteria
- De handler laat een voor het team geschikte voorbereiding van de trail zien (uitlaten, acclimatisatie, startprocedure, etc.) en kan na afloop van de trail desgevraagd uitleggen waarom deze voorbereiding zo werd uitgevoerd.
- Het team vindt de trail-loper, binnen 20 minuten na de start van de trail. De tijd gaat in zodra de hond wordt ingezet op de trail en de tijd stopt wanneer de hond de trail loper heeft gevonden.
- De hond vertoont geur-vervolgings gedrag, overeenkomend met afgelegde route, aan een 10 meter lijn en aan een tuig.
- De handler laat adequate herkenning, interpretatie en handling van de lichaamsveranderingen van de hond zien bij bijvoorbeeld de start, een obstakel, de "apex" van een hoek en de "scent pool" aan het eind van de trail.
- De handler laat adequate lijnvoering zien zodat de hond vrij & zelfstandig kan werken en tav het terrein. (om bomen heen ed)
- De handler laat zien dat de hond voor, tijdens en na de trail goed wordt verzorgd en dat er rekening wordt gehouden met de behoeftes van de hond.
- De handler kan desgevraagd na de trail, een correcte omschrijving geven van de volgende begrippen: "scent pool", "apex", trailgedrag, geen trailgedrag, "proximity alert", dubbel-blind, single-blind, wetende trail.
- De handler kan omschrijven hoe een correcte level 1 oefen test trail dient te worden opgezet.
MTO Mantrailing Dog Sport Level 2 – Management
Doel
Het testen van managements vaardigehden (het kunnen terugvinden van een trail die kwijtgeraakt is) op natuurlijke ondergrond.
Omschrijving
Een track/ trail van 3 uur oud kunnen vervolgen vanaf een aangegeven startpunt op een relatief weinig contamineerde, natuurlijke ondergrond met 3 bodemveranderingen. Door de keuze van 3 uur oud, gecombineerd met de hoeken en bodemveranderingen, wordt een sterke discontinuïteit van de trail uitgelokt zodat de kans toeneemt dat de trail verloren raakt.
Setup trail
- Groene ondergrond, natuurbodem, relatief weinig gecontamineerd. Onbekend terrein voor de handler en de hond zodat niet op aannames wordt gewerkt. Het gebied is groot genoeg zodat de “find” zo min mogelijk op toeval berust.
- Afstand is ongeveer 750 meter.
- Drie uur oud
- 3 hoeken
- Minimaal 3 bodemveranderingen (gras, aarde, bos, heide, grind met zand, enz)
- De trail loopt niet over of langs bestaande structuren zoals paden.
- Onbekende trail loper voor de hond zodat de hond geen belonings-geschiedenis heeft met de trail loper.
- De trail loper loopt de trail ten tijde van de start met zoveel mogelijk wind in de rug en zoekt een verstop plaats uit zicht op het eind. De verstop plaats ligt zodanig dat de hond zo min mogelijk vroegtijdig in "airscent" komt.
- De test wordt dubbel-blind uitgevoerd; zowel de handler als de examinator hebben geen kennis van de uitgezette trail.
- De examinator volgt het team op een afstand van minimaal 5 meter.
- De oefening begint zodra de hond uit de auto komt en eindigt wanneer de hond terug in de auto is geplaatst.
Criteria
- De handler laat een voor het team geschikte voorbereiding van de trail zien (uitlaten, acclimatisatie, startprocedure, etc.) en kan na afloop van de trail desgevraagd uitleggen waarom deze voorbereiding zo werd uitgevoerd.
- Het team vindt de trail loper binnen 40 minuten na de start van de trail. De tijd gaat in zodra de hond wordt ingezet op de trail en de tijd stopt wanneer de hond de trail loper heeft gevonden.
- De hond vertoont geur-vervolgings gedrag, overeenkomend met afgelegde route, aan een 10 meter lijn en aan een tuig.
- De handler laat adequate herkenning, interpretatie en handling van de lichaamsveranderingen van de hond zien bij bijvoorbeeld de start, een ondergronds verandering, de "apex" van een hoek en de "scent pool" aan het eind van de trail.
- De handler laat adequate lijnvoering zien zodat de hond vrij & zelfstandig kan werken en tav het terrein. (om bomen heen ed)
- De handler laat, als dat nodig is, adequaat management zien; herkennen van trail gedrag en blown scent-geur-gedrag, onthouden van het "point last trail", interpretatie van de omstandigheden, herkennen van mogelijke "vluchtroutes" en de hond gelegenheid geven de trail weer op te pakken op de meest kansrijke plaatsen.
- De handler laat zien dat de hond voor, tijdens en na de trail goed wordt verzorgd en dat er rekening wordt gehouden met de behoeftes van de hond.
- De handler kan desgevraagd na de trail de volgende begrippen omschrijven: voc's, geurcomplexen, contaminatie en wat de effecten van ligtijd, weersgesteldheid, dag- nacht en omgevingsfactoren in het landschap zijn op de trail.
- De handler kan desgevraagd omschrijven wat voor verleidingen en afleidingen het team tegen zou kunnen komen en hoe de handler daar mee om zou willen gaan en waarom.
- De handler kan omschrijven hoe een correcte level 2 oefen test trail dient te worden opgezet.
MTO Mantrailing Dog Sport Level 3 – Toegepast Management gevarieerd gebied
Doel
Het testen van de trail en managements vaardigheden in een relatief ongecontamineerde omgeving met groen en gebouwen.
Omschrijving
Een track/ trail van 2 uur oud kunnen vervolgen vanaf een aangegeven startpunt op een relatief weinig contamineerd, rustig gebied met natuurbodem gevarieerd met gebouwen en wegen. (bv industriegebied)
Setup trail
- Relatief weinig contamineerde rustig gebied met natuurbodem gevarieerd met gebouwen en wegen. Onbekend terrein voor de handler en de hond zodat niet op aannames wordt gewerkt. Het gebied is groot genoeg zodat de “find” zo min mogelijk op toeval berust.
- Afstand is ongeveer 800 meter.
- Twee uur oud
- 4 hoeken
- Onbekende trail loper voor de hond zodat de hond geen belonings-geschiedenis heeft met de trail loper.
- De trail loper loopt de trail ten tijde van de start met zoveel mogelijk wind in de rug en zoekt een verstop plaats uit zicht op het eind. De verstop plaats ligt zodanig dat de hond zo min mogelijk vroegtijdig in "airscent" komt.
- De test wordt dubbel-blind uitgevoerd; zowel de handler als de examinator hebben geen kennis van de uitgezette trail.
- De examinator volgt het team op een afstand van minimaal 5 meter.
De oefening begint zodra de hond uit de auto komt en eindigt wanneer de hond terug in de auto is geplaatst.
Criteria
- De handler laat een voor het team geschikte voorbereiding van de trail zien (uitlaten, acclimatisatie, startprocedure, etc.) en kan na afloop van de trail desgevraagd uitleggen waarom deze voorbereiding zo werd uitgevoerd.
- Het team vindt de trail loper binnen 50 minuten na de start van de trail. De tijd gaat in zodra de hond wordt ingezet op de trail en de tijd stopt wanneer de hond de trail loper heeft gevonden.
- De hond vertoont geur-vervolgings gedrag, overeenkomend met afgelegde route, aan een 10 meter lijn en aan een tuig.
- De handler laat adequate herkenning, interpretatie en handling van de lichaamsveranderingen van de hond zien bij bijvoorbeeld de start, een ondergronds verandering, de "apex" van een hoek en de "scent pool" aan het eind van de trail.
- De handler laat adequate lijnvoering zien zodat de hond vrij & zelfstandig kan werken en tav het terrein. (om bomen heen ed)
- De handler laat, als dat nodig is, adequaat management zien; herkennen van trail gedrag en blown scent-geur-gedrag, onthouden van het "point last trail", interpretatie van de omstandigheden, herkennen van mogelijke "vluchtroutes" en de hond gelegenheid geven de trail weer op te pakken op de meest kansrijke plaatsen.
- De handler laat zien dat de hond voor, tijdens en na de trail goed wordt verzorgd en dat er rekening wordt gehouden met de behoeftes van de hond.
- De handler kan desgevraagd na de trail, omschrijven: wat voc's en geurcomplexen zijn en wat de effecten van ligtijd, weersgesteldheid, dag- nacht en omgevingsfactoren in het landschap zijn op de trail. Ook kunnen de volgende begrippen worden omschreven: zuiging langs gebouwen & paden, paraplu effecten en schoorsteeneffecten.
- De handler kan desgevraagd omschrijven wat voor verleidingen het team tegen zou kunnen komen en hoe de handler daar mee om zou willen gaan en waarom.
- De handler kan omschrijven hoe een correcte level 3 oefen test trail dient te worden opgezet.
MTO Mantrailing Dog Sport Level 4 – Toegepast Management gevarieerd gebied met lichte contaminatie
Doel
Het testen van de trail en managements vaardigheden in een licht gecontamineerde omgeving met groen en gebouwen.
Omschrijving
Een track/ trail van 2 uur oud kunnen vervolgen vanaf een aangegeven startpunt op een gevarieerd rustig gebied, afgewisseld met vegetatie, wegen, gebouwen, huizen en mogelijke afleidingen & verleidingen (rustige woonwijk met groen).
Setup trail
- Relatief weinig contamineerd, rustig gebied met groene vegetatie gevarieerd met gebouwen en wegen. Onbekend terrein voor de handler en de hond zodat niet op aannames wordt gewerkt. Het gebied is groot genoeg zodat de “find” zo min mogelijk op toeval berust.
- Afstand is ongeveer 900 meter.
- Twee uur oud.
- 4 hoeken.
- Onbekende trail loper voor de hond zodat de hond geen belonings-geschiedenis heeft met de trail loper.
- De trail loper loopt de trail ten tijde van de start met zoveel mogelijk wind in de rug en zoekt een verstop plaats uit zicht op het eind. De verstop plaats ligt zodanig dat de hond zo min mogelijk vroegtijdig in "airscent" komt.
- De test wordt dubbel-blind uitgevoerd; zowel de handler als de examinator hebben geen kennis van de uitgezette trail.
- De examinator volgt het team op een afstand van minimaal 5 meter.
De oefening begint zodra de hond uit de auto komt en eindigt wanneer de hond terug in de auto is geplaatst.
Criteria
- De handler laat een voor het team geschikte voorbereiding van de trail zien (uitlaten, acclimatisatie, startprocedure, etc.) en kan na afloop van de trail desgevraagd uitleggen waarom deze voorbereiding zo werd uitgevoerd.
- Het team vindt de trail loper binnen 60 minuten na de start van de trail. De tijd gaat in zodra de hond wordt ingezet op de trail en de tijd stopt wanneer de hond de trail loper heeft gevonden.
- De hond vertoont geur-vervolgings gedrag, overeenkomend met afgelegde route, aan een 10 meter lijn en aan een tuig.
- De handler laat adequate herkenning, interpretatie en handling van de lichaamsveranderingen van de hond zien bij bijvoorbeeld de start, een ondergronds verandering, de "apex" van een hoek en de "scent pool" aan het eind van de trail.
- De handler laat adequate lijnvoering zien zodat de hond vrij & zelfstandig kan werken en tav het terrein. (om obstakels heen ed)
- De handler laat, als dat nodig is, adequaat management zien; herkennen van trailgedrag en blown scent-geur-gedrag, onthouden van het "point last trail", interpretatie van de omstandigheden, herkennen van mogelijke "vluchtroutes" en de hond gelegenheid geven de trail weer op te pakken op de meest kansrijke plaatsen.
- De handler laat zien dat de hond voor, tijdens en na de trail goed wordt verzorgd en dat er rekening wordt gehouden met de behoeftes van de hond.
- De handler kan desgevraagd na de trail, omschrijven: wat voc's en geurcomplexen zijn en wat de effecten van ligtijd, weersgesteldheid, dag- nacht en omgevingsfactoren in het landschap zijn op de trail. Ook kunnen de volgende begrippen worden omschreven: zuiging langs gebouwen en paden, paraplu effecten en schoorsteeneffecten, single blind, dubble-blind, wetende trail.
- De handler kan desgevraagd omschrijven wat voor verleidingen en afleidingen het team tegen zou kunnen komen en hoe de handler daar mee om zou willen gaan en waarom.
- De handler kan omschrijven hoe een correcte level 4 oefen test trail dient te worden opgezet.
In deze examen-setup is niet gekozen voor zogenaamde “bijzondere toevoegingen” zoals:
- high finds
- finds in toestellen /obstakels, backtracks
- lopende runner
- crosstrails
- match to sample bij aanvang, als ook op het einde van de trail.
We hebben hier voor gekozen omdat wij een basis-vaardigheid in de gegeven situatie willen testen welke niet overschaduwd mag worden door deze toevoegingen.
Het discriminatie vraagstuk (cross trails, match to sample) is daarnaast nog onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd om een eerlijke, oplosbare setup voor een hond te kunnen aanbieden.